Niet dat het ooit gemakkelijk is geweest, maar de kleine Go Eleven-uitdaging voor 2023 doet je polsen trillen. Hoe kan een zeer privé team de impact weerstaan van een Superbike die een felle line-up biedt als nooit tevoren? Tien ultra-officiële rijders (waarvan vier met superconcessies), steeds beter voorbereide en agressievere satellietteams en, alsof dat niet genoeg was, concurrentie tussen Ducati’s om je polsen te doen trillen. De directe rivalen hebben de lat hoger gelegd: Barni wil heel hoog vliegen met Danilo Petrucci, Motocorsa zit sinds vorig jaar op grote hoogte met rijzende ster Axel Bassani. Go Eleven is gebaseerd op de passie van een handvol dappere mannen onder leiding van Gianni Ramello: hoe zal hij door deze puinhoop kunnen navigeren?
Langzame start
Phillip Oettl ging niet erg goed in de twee dagen van Jerez. Op dit moment is de prestatie, de 14e plaats op 1″725 van Toprak Razgatlioglu’s recordronde, niet zozeer zorgwekkend als wel de problematische nadering van de Panigale V4 R. De twee officieren, Alvaro Bautista en Michael Rinaldi, reden slechts een paar ronden met de ‘ 22, toen schakelden ze over op de nieuwe kreet en stapten er nooit meer uit. De ’23 heeft een minder agressieve maar even krachtige motor en de evoluties van het chassis en de aerodynamica werken ook geweldig. De Duitse rijder daarentegen voelde zich niet goed bij de nieuwe motor. Dennis Sacchetti, voormalig chauffeur en operationeel manager bij de Go Eleven-box, legt uit waarom.
Werk werk werk
“Phillip vond meteen zijn draai met de Ducati ’22, dus we waren tevreden op de eerste dag” Sacchetti legt uit. “De tweede keer gingen we uit met de ’23, maar onze rijder vond het niet leuk. Het zadel en de tank zijn aangepast, waardoor Oettl zijn referenties kwijt was, de gebruikelijke automatismen niet vond, zich niet goed kon vasthouden en niet lekker reed. We zullen hard moeten werken om hem in een rijpositie te krijgen waarin hij hard kan pushen.” Vanuit Andalusië trok Go Eleven, net als alle andere teams, richting Portimao, slechts 250 km verderop, waar de Superbikes op dinsdag en woensdag zullen racen. Interventietijden, d.w.z. de noodzaak om nieuwe stukken te creëren, zijn erg kort.
De oplossing
“Voor het zadel hebben we Ducati om hulp gevraagd, daarna zullen we in onze handbagage op de vlucht naar Portugal nieuwe remblokken meenemen die in eigen beheer zijn gemaakt door onze technici.” legt Dennis uit. “We zijn ervan overtuigd dat Phillip Oettl met deze nieuwe componenten de ergonomie kan verbeteren en het tempo kan verhogen. De Panigale V4 R is geboren voor Bautista en Rinaldi, die een extra kleine fysieke omvang hebben. Voor fysiek verschillende piloten is enige aanpassing vereist. We zijn ervan overtuigd dat we er snel uit kunnen komen.”
Stratosferische Bautista
In de twee dagen van Jerez eindigde Alvaro Bautista achter Toprak Razgatlioglu en Jonathan Rea in de vliegende ronde. Maar de Ducati ’23 maakte absoluut het verschil qua racetempo: de rondetijd van de wereldkampioen was verbluffend. De indruk is dat het Italiaanse merk een flinke stap voorwaarts heeft gemaakt. Het is duidelijk dat onafhankelijke teams zoals Go Eleven een stap achterlopen in ontwikkeling, en in Spanje hadden ze niet de evolutiebanden die Pirelli alleen de ambtenaren liet proberen: twee fronten, zachter dan de vorige generatie (SC1 en SC2) en een superzachte achterkant SCQ. In Portimao begin je te begrijpen hoe zwaar de klim is voor de kleine teams.
“How I Designed My Dream”, de biografie van goochelaar Adrian Newey beschikbaar op Amazon