door Ascanio Gardini
Op 30 oktober is het precies twintig jaar geleden dat Carlo Talamo stierf. Een twintigste-eeuws genie dat de tweewielerindustrie innoveerde, maar meer bekend stond om zijn gedichten en als importeur van Harley-Davidson.
De afgelopen jaren heb ik mezelf duizend vragen gesteld over Carlo Talamo waar ik nooit een antwoord op zal krijgen. Ik was zijn vriend niet en ik kan niet zeggen dat ik hem goed kende, maar er was liefde tussen ons. Ja ik hou van. Van mijn kant bewondering en achting die verder gingen dan het personage dat vaak in tijdschriften en op veel bijeenkomsten verscheen. Ik denk dat hij heel goed begreep wat mijn gevoelens waren en gewoon van me hield. Zozeer zelfs dat ik zijn kont niet ging likken zoals veel mensen deden en, toen de slechte maan hem overkwam, bij die zeldzame gelegenheden dat ik hem zag, begroette ik hem nauwelijks zonder met hem te praten.
Maar dan waren er de momenten van totale puinhoop waarin ik het leuk vond om een beetje te plagen. Eén vooral bij de Triumph Day-diners (rally’s georganiseerd op de baan) waarbij ik met het Ducati-shirt te midden van een miljard mensen opdook om hem boos te maken, terwijl hij deed alsof hij echt boos was. Een spel waar velen van genoten hebben. Het is duidelijk dat er in deze tijd opmerkelijke veranderingen zijn opgetreden. Hoe zou hij zijn omgegaan met de ‘sociale netwerken’ en de daaruit voortvloeiende media-aanval? Zou hij een paar fietsen volledig hebben ontworpen en multi-graduate ingenieurs te schande hebben gemaakt? Zouden zijn dealerschappen en zijn manier om klantrelaties te begrijpen nog standhouden? Zou zijn communicatie altijd hetzelfde zijn? Zou hij Moto Guzzi (hij was kort voor zijn dood begonnen samen te werken met Ivano Beggio) hebben kunnen doen herleven zonder de komst van Colaninno? Zou hij zijn gefold naar de “elektrische” of zou hij zijn weg hebben vervolgd?
Ik spreek vaak met mijn vriend Fabrizio Farinelli, voormalig directeur van de Harley-Davidson Numero Uno-dealer in Rome sinds 1985 en latere eigenaar van de Triumph Numero Tre-dealer in Rome. Naast de samenwerking met Carlo Talamo was hij erin geslaagd een echte vriendschap met hem op te bouwen, en elke keer kwamen we met verschillende anekdotes. Eén boven alles: Carlo Talamo was zich terdege bewust van wat hij had gebouwd en toen Fabrizio zich afvroeg hoe ze het zouden hebben gedaan als hij was overleden, antwoordde Carlo: “De wereld is in staat geweest om het gebrek aan een groot genie als Leonardo te overwinnen, het kan ook dat van Carlo Talamo overwinnen.”
Stroomopwaarts van deze overweging kan ik mezelf niet eens een antwoord geven op wat er zou zijn gebeurd als Carlo Talamo nog in leven was. Als ik mezelf vergelijk met veel mensen die om verschillende redenen met hem te maken hebben gehad, komt er geen duidelijk en duidelijk standpunt over het onderwerp naar voren. Een teken van het feit dat Carlo vaak onvoorspelbaar was, ondanks een buitengewone persoonlijkheid en een uitgesproken genie. Wat zeker is, is dat we vandaag de afwezigheid van Carlo Talamo voelen, welke weg hij ook zou hebben genomen.
Carlo was en blijft een erfgoed, niet alleen van het motorrijden, maar van de hele samenleving. De innovaties en de manier van omgaan hebben een teken getrokken dat door velen wordt gezien en door andere ondernemersrealiteiten die als voorbeeld worden genomen. Zijn bedrijven waren lichtjaren vooruit. Ik ben van mening dat Carlo Talamo in geschiedenisboeken moet worden bestudeerd en als ik toevallig praat met mensen die net Harley-Davidson of Triumph hebben gekocht, die niet eens weten wie Carlo Talamo was, ben ik volledig ontmoedigd.
Carlo Talamo, dat was hij