Oordeelsnummer 8940/22 herziet dingen. De voetganger kan niet oversteken zonder te kijken, vooral als hij “uit het niets komt”
Een voetganger raken is misschien wel een van de ergste ervaringen die een automobilist kan hebben. Natuurlijk, als het van achter een bloembed komt, en zonder door het laatste te kijken, wordt het ingewikkeld en niet een beetje. De rechters van de Zesde Civiele Afdeling van de Cassatie, echter, met: verordening 8940/22 ze verduidelijkten echter, met uitsluiting van de samenloop van schuld voor een automobilist die een voetganger had geraakt “die uit het niets kwam”.
Het ongeval leidde tot 95% invaliditeit van de voetganger. Een beslist hoog percentage, zozeer zelfs dat hiervoor een schadevergoeding van 700.000 euro was gevraagd. Het “nee” van de Ermellini arriveerde echter, wat het geval van het evenement rechtvaardigde. De voetganger kwam uit een moeilijke positie, aangezien hij uit een positie kwam waar een verkeersscheiding was. De donkere omstandigheden deden de rest, zo erg zelfs dat de chauffeur het niet echt zag. Moreel gezien is de aansprakelijkheid van de automobilist uitgesloten.
Wees echter voorzichtig. Deze zin is geldig voor de toekomst, zolang de bestuurder de wegcode respecteert. De voetganger moet uiteraard altijd oversteken op de zebrapad, het punt waar hij voorrang heeft. Artikel 190 van de Wegenverkeerswet, lid 2het is duidelijk: “Voetgangers moeten om de rijbaan over te steken de zebrapaden, onderdoorgangen en viaducten gebruiken. Wanneer deze er niet zijn, of zich meer dan honderd meter van de oversteekplaats bevinden, mogen voetgangers de rijbaan alleen loodrecht oversteken, met de nodige aandacht om gevaarlijke situaties voor zichzelf of voor anderen te vermijden.“.