In 2022 keerde Ducati terug om de MotoGP-rijderstitel te veroveren, die het sinds 2007 niet meer had gehad, en vele verdiensten gaan ongetwijfeld naar Gigi Dall’Igna. De ingenieur uit Veneto, die in 2014 aankwam na een lange en succesvolle ervaring in Aprilia, begon een revolutie die ertoe heeft geleid dat het Borgo Panigale-team de referentie op de grid is geworden. Misschien had het wereldkampioenschap nog eerder kunnen komen, maar uiteindelijk is het zover en is er een goede kans om ook in 2023 te winnen.
MotoGP, Ducati leert van fouten
Geïnterviewd door de officiële MotoGP-website, legde de algemeen directeur van Ducati uit dat de aanpak van het nieuwe seizoen anders was dan die van 2022: “We hebben onze filosofie veranderd. We realiseerden ons dat we wat fouten hadden gemaakt tijdens de wintertests, we wilden te veel veranderen aan de motor. Vorig jaar waren de prestaties van de motor aan het einde van het seizoen goed en hebben we slechts een paar dingen aan de motor, aerodynamica en het chassis veranderd“.
Dall’Igna dacht aan de sprintrace
De introductie van sprintracen in de MotoGP is iets dat een uitdaging vormt voor teams en rijders. Iemand moet nog goed de maatregelen nemen voor dit soort hitte. Dall’Igna benadrukt dat er iets anders moet worden gedaan om met deze nieuwigheid om te gaan: “De sprintrace dwingt ons om tijdens het weekend de technische aanpak flink te veranderen. Motormanagement is anders. Ik weet niet zeker of dit soort racen een voordeel is voor Ducati, maar we moeten het doen“.
Wat gebeurt er met de aerodynamica?
Ducati was de eerste in de MotoGP die zwaar investeerde in aerodynamica en werd daarna een voorbeeld voor de concurrentie om te imiteren. Velen hebben kritiek op het niveau dat vandaag in de topklasse wordt bereikt, maar de ingenieur uit Veneto legt uit dat er nog steeds mogelijkheden zijn om verder te gaan: “We hebben ruimte om de aerodynamica te verbeteren en we hebben enkele ideeën. Maar ik denk niet dat je voor 2026 iets heel anders zult zien. Misschien vanaf 2027, als de regels veranderen en we wat stappen gaan zetten“.
Het startsein voor Ducati-satellietteams
Dall’Igna is blij om acht Desmosedici GP’s op de baan te hebben en om ook zeer competitieve rijders in de satellietteams te zien: “Het is belangrijk om meerdere fietsen op de grid te hebben. We kunnen ruiters helpen hun prestaties te verbeteren en met ons mee te groeien. Op technisch vlak kunnen we leren van de verschillende rijstijlen. Dit is mijn filosofie en die van Ducati. Het is belangrijk voor ons om de beste rijders in het fabrieksteam te hebben, maar we vragen de anderen niet om niet te vechten om te winnen. Ze rijden op een Ducati en ik wil de prestaties van Ducati-motoren niet verminderen“.
Dall’Igna en de pilotenmarkt
Wat de toekomst van de Ducati-satellietrijders betreft, legt Gigi de timing voor de start van de onderhandelingen uit: “Ze werken aan het vinden van een betere plek voor de toekomst, maar ik denk dat iedereen best tevreden is met hun huidige situatie. Tussen Mugello en Sachsenring kunnen we onderhandelingen starten voor de toekomst“.
Foto: MotoGP